Waarom rust er zo’n taboe op boosheid?

Door Susan Smit
Fotografie Beeld Jeroen van der Spek
Waarom rust er zo’n taboe op boosheid? Waarom rust er zo’n taboe op boosheid? Waarom rust er zo’n taboe op boosheid?

Woede is lelijk, en Susan kan het weten. Ooit beet ze eens uit opperste boosheid haar ex in zijn arm. Toch pleit ze voor het doorvoelen van deze emotie, omdat het een functie heeft.

In deze tijd waarin spirituele verlichting als hoogste goed geldt, is het taboe op boosheid alleen maar groter geworden. We vinden dat we alles rimpelloos moeten kunnen incasseren en accepteren. ‘Accept the things you cannot change’, zeggen we wijsneuzerig tegen elkaar. Boosheid is voor de mensen die lager op de verlichtingsladder staan. Voor de sukkels die deze inferieure emotie nog niet onder de duim hebben.

Als je je onmachtig voelt, onrechtvaardig behandeld, afgewezen, niet-gezien, belogen of bedrogen, word je op een zeker moment hoogstwaarschijnlijk boos. En misschien zelfs wel hysterisch oncontroleerbaar boos. Of je wordt niet boos, en dat is veel erger. Dan slaat de boosheid naar binnen en slaat om naar neerslachtigheid, passiviteit of cynisme.

Woede is lelijk. Ik heb in opperste boosheid eens mijn ex in zijn arm gebeten (niet tot bloedens toe, wil ik hier nog aan toevoegen, maar er was wel een tandafdrukje te zien). Woede ziet eruit als het tegenovergestelde van sereen en wijs. Dus je zou zomaar kunnen denken dat het in de ban moet, wil je ooit verlicht raken en gelukkig zijn. Niet doen. Boosheid is een zuivere en normale emotie die gevoeld en geuit moet worden. Als je mijn driejarige zijn speelgoedauto afpakt, dan gaat hij gillen en stampvoeten. En terecht. Door je woede te accepteren, neem je jezelf serieus en komt er levenskracht vrij. Als je het niet als iets slechts ziet en jezelf veroordeelt, dan uit je het direct bij de persoon die je woede heeft opgewekt op een (hopelijk) constructieve manier. En niet jaren later bij een onschuldige nieuwe liefde of een baliemedewerker. Je bezorgt de post op het juiste adres.

Bovendien heeft boosheid een functie. Het is de drijvende kracht achter het bewaken van je grenzen, het behartigt je belangen en het brengt onderscheid aan tussen wat juist en niet juist is. Het voedt je met een roodgloeiende energie die groter is dan je verlegenheid, angst en bescheidenheid bij elkaar en laat je met de vuist op tafel slaan en in verzet komen.

Het wordt als een spirituele doodzonde beschouwd om boos te zijn op iets wat je niet kunt veranderen (of er verdrietig om te zijn, trouwens). Jammer dan. Soms zijn dingen ook fucking oneerlijk en daar mag je best een welluidende vloek aan wijden. Als de boosheid uiteindelijk zakt, besef je dat je woede voortkomt uit de illusie dat je ergens (geluk, gezondheid, succes, zíjn liefde) recht op denkt te hebben en dat iedereen en alles daar aan mee moet werken. Zo bekeken is boosheid de overgangsfase van de verwachting naar de realiteit. En die kun je, hoe handig en verlicht dat ook zou zijn, niet overslaan.

Over auteur
Spiritualiteit en literatuur zijn de grootste passies van onze ‘huisheks’ Susan Smit. Ze was een van de eerste columnisten van Happinez, maakt de boekenrubriek in het blad en schrijft op deze site columns waarin ze deelt wat ze meemaakt en leert.
Volgend artikel
Wat we kunnen leren van onze eindigheid
Wat we kunnen leren van onze eindigheid