Waarom zijn we niet wat liever voor ons lijf? Een pleidooi voor zelfliefde deze zomer

Door Susan Smit
Waarom zijn we niet wat liever voor ons lijf? Een pleidooi voor zelfliefde deze zomer Waarom zijn we niet wat liever voor ons lijf? Een pleidooi voor zelfliefde deze zomer Waarom zijn we niet wat liever voor ons lijf? Een pleidooi voor zelfliefde deze zomer

Waarom zijn we soms zo streng voor ons lichaam? Susan pleit voor meer zelfliefde deze zomer: gooi dat meedogenloze vergrootglas weg en stop met vergelijken.

Elke lente is het weer raak: de gêne om het witte, imperfecte winterlijf uit de kleren te pellen. Het moet allemaal strakker, dunner, gladder en bruiner, mopper ik en begin aan mijn jaarlijkse Blitzkrieg. Ik scrub mezelf alsof ik een stuk hout aan het schuren ben, smeer zelfbruiner, rantsoeneer chocolade, schroef mijn yogaklasjes op en schaf een nieuwe bikini aan waarvan ik geloof dat hij alle minpunten zal gaan verdoezelen, zoals ik dat ook ooit dacht bij de exemplaren die al in mijn kast liggen.

Bikinibody is een lichaam in bikini, punt

Wat ben ik streng voor mijn lichaam, denk ik altijd glimlachend als de zomer op kracht is gekomen, de schroom is geweken en ik weer begrijp dat het draait om genieten. Een ‘bikinibody’ is een lichaam in bikini. Punt. En ‘zomerklaar zijn’ is zin hebben in de zomer. Punt.

Vrouwen bekijken hun lichaam doorgaans in stukken, pakken het vergrootglas erbij en hebben een messcherp oordeel over elk afzonderlijk deel: de bovenarmen, de taille, de borsten, de kuiten. Dit deel kan ermee door, dat deel is bovengemiddeld lelijk en daar zijn we zowaar een klein beetje trots op.

Een obsessie met vrouwenpolsen

We vergelijken onze lichamen met andere lichamen, en dan vooral op punten die ons niet tevreden stemmen. Dat haar van die vrouw. De benen van dat meisje. Laatst las ik over een beeldschone jonge actrice die een obsessie had met vrouwenpolsen, want de hare vond ze te dun. Ikzelf heb jarenlang een serieuze billenfocus gehad. Op straat, op het strand, in bladen en films ging mijn blik onwillekeurig naar de billen, die ik routineus op grootte, stevigheid en vorm vergeleek met die van mij. Als ik mezelf daar tegenwoordig op betrap, en moet concluderen dat deze vrouw inderdaad een mooier achterste heeft dan ik, stel ik mezelf één vraag (die ik hierbij van harte wil aanraden): Zou ik met deze vrouw willen ruilen van lichaam? Van gezicht en haar? Van persoonlijkheid? Van leven? Nee, is altijd het antwoord.

Kijk naar het geheel

Laten we het vergrootglas weggooien en onszelf beschouwen als een rommelig, maar magnifiek geheel. Laten we onszelf genezen van de ziekte van het vergelijken. Laten we ophouden onze lichamen te straffen als ze niet doen wat we van ze eisen: conditie hebben, afvallen, presteren, aan normen voldoen.

Op mijn drieënveertigste ben ik dan eindelijk in staat om te kijken naar mijn lieve lichaam dat me overal brengt, me laat liefhebben, werken, genieten, mijn kinderen droeg en zoogde, en me daarbij dankbaar te voelen. Ik zie hoe mooi en sterk ze is. Hoe perfect, inclusief alle imperfecties en eigenaardigheden. Hoe fijntjes ze is afgestemd en toegerust op wat ik hier te doen heb. Hoe ze ouder wordt en tekens draagt van de tijd, maar zo precies bij mij past. Dit is mijn lichaam. En ik ben trots op haar.

Over auteur
Spiritualiteit en literatuur zijn de grootste passies van onze ‘huisheks’ Susan Smit. Ze was een van de eerste columnisten van Happinez, maakt de boekenrubriek in het blad en schrijft op deze site columns waarin ze deelt wat ze meemaakt en leert.
Volgend artikel
Hoe bereid je je voor op een lastig gesprek?
Hoe bereid je je voor op een lastig gesprek?