Dit is wat de Olympische Spelen je leren over winnen én verliezen – ook in het gewone leven

Dit is wat de Olympische Spelen je leren over winnen én verliezen – ook in het gewone leven Dit is wat de Olympische Spelen je leren over winnen én verliezen – ook in het gewone leven Dit is wat de Olympische Spelen je leren over winnen én verliezen – ook in het gewone leven

Bij de Olympische Spelen leer je dat blijdschap en teleurstelling dicht bij elkaar liggen. Blijdschap is gemakkelijk, maar omgaan met grote teleurstellingen, hoe dóen die sporters dat?

Topsport is afzien en thuis op de bank óók. De Olympische Winterspelen zijn nog maar een paar dagen bezig en nu hebben we alle uitersten van het emotionele spectrum al gehad. Vreugde en blijdschap bij medailles aan de ene kant. En aan de andere kant de teleurstellingen. Als iemand een medaille op een haar na mist, bijvoorbeeld. Wat zijn de verschillen soms klein, tussen goud of zilver, tussen een medaille en geen medaille! Soms achthonderdste van een seconde. Soms eenhonderdste. Tweeduizendste.

Omgaan met teleurstellingen

Tweeduizendste! Ik zit dan echt een beetje te sterven op de bank. Maar ook met stijgende bewondering voor de cursus omgaan met teleurstellingen die je er als kijker gratis bij krijgt. Je grote droom in diggelen zien gaan op een paar honderdsten, ik zou mijn schaatsen in de wilgen hangen en de rest van mijn leven niemand meer willen zien. Maar topsporters? Die blijven een paar minuten verslagen op de bank zitten, dan staan ze op, herpakken zich, en staan op weg naar buiten de pers te woord. ‘Ben je teleurgesteld? Ben je kwaad op jezelf? Had je iets anders willen doen?’ wil die weten.

‘Ik heb gereden voor wat ik waard was’, zei Jan Blokhuijsen.

Coming soon: ‘Mindful met Happinez’

Sta stil, ervaar en voel innerlijke rust
  • Over de wijsheid van leven in het nu

  • 12 oefeningen voor ultieme ontspanning

  • En meer

‘Ik ben geklopt op waarde,’ zei Ireen Wüst na de 3000 meter.

Is dat ook een soort spier die je traint? Dat je met het afwisselen van succes en verlies, wat er bij topsport nu eenmaal bij hoort, ook beter leert omgaan met teleurstelling?

Twee kanten van de medaille

Ik moest denken aan een lezing van schrijfster Elizabeth Gilbert. Ze schreef de bestseller Eten, bidden, beminnen en vertelt hoe ze na dat enorme succes eigenlijk niet wist hoe ze verder moest. Ze zou met haar tweede boek immers nooit aan de verwachtingen kunnen voldoen. Ze overwoog zelfs te stoppen met schrijven.

Dat deed ze gelukkig niet, maar ze ontdekte wel dat grote successen en grote mislukkingen voor je gevoel en voor hoe je ermee om moet gaan, eigenlijk heel dicht bij elkaar liggen. Het ene wordt door de buitenwacht gezien als goed en het andere als slecht, maar ze gooien allebei je leven even hard overhoop. Als je verliest, moet je leven met de teleurstelling. Als je wint, moet je leven met de druk. ‘De verblindende duisternis van teleurstellingen en de verblindende schitteringen van succes,’ zoals ze ze noemt, zijn allebei even extreem. Bij allebei ben je uit je evenwicht, alleen een andere kant op.

‘De weg naar huis vinden,’ is dan de opdracht, zegt Gilbert. ‘Thuis’ is datgene waarvan je meer houdt dan van jezelf. ‘Je ‘thuis’ is dat ding waaraan je je energie kunt wijden, en waar je zoveel van houdt of wat je zo belangrijk vindt, dat het resultaat niet uitmaakt. Voor Gilbert is dat: schrijven.

Olympische gedachte

Nu kan ik me voorstellen dat het bij sporten net weer anders ligt. Van grote blijdschap krijg je waarschijnlijk juist extra energie. Maar waarop val je terug na een teleurstelling? ’Meedoen is belangrijker dan winnen,’ zo wordt de Olympische gedachte vaak samengevat. Maar dat is een schrale troost en ook te eenvoudig gezegd. Het gaat niet alléén om het meedoen. Het gaat om jezelf verbeteren. Om inzet. Rijden voor wat je waard bent. Om alles te geven wat je hebt, in de wetenschap dat je niet alles in de hand hebt en dat winst en verlies twee kanten van de medaille zijn en dat het verschil tussen blijdschap en teleurstelling soms in een paar honderdsten seconden zit.

En misschien is het juist wel te verdragen omdát het verschil zo klein is – als het volgende keer nét even anders loopt, valt alles wel op z’n plek.

Teleurstelling is geen leuke emotie, maar het blijft een emotie en het gaat weer voorbij. Misschien leer je dat wel, op weg naar de top. Het is in elk geval wat ik leer, op de bank voor de televisie: je kunt verschrikkelijk teleurgesteld zijn dat er voor jou niet méér in zat, en tegelijkertijd de winnaar feliciteren, de tijd nemen om uit te rusten, en dan gewoon weer het ijs op voor een nieuwe race. Om jezelf te verbeteren, om de Olympische gedachte, om een nieuwe kans op goud en omdat het gewoon gaaf is om keihard te kunnen schaatsen, harde klappen op het ijs, strak door de bocht, met gejuich op de tribune.

Hoe dan ook, dit is het voorbeeld dat die sporters geven: je kunt dus een emotie hébben, zonder je erdoor uit het veld te laten slaan. Daar krijg je geen aparte medaille voor. Maar wel een diepe buiging.

Over auteur
Huisfilosoof Anne Wesseling duikt elke twee weken haar boekenkast in en kijkt hoe de denkbeelden van grote meesters nog in te passen zijn in deze tijd.
Volgend artikel
Zo wordt het leven steeds een beetje leuker
Zo wordt het leven steeds een beetje leuker