Je kunt zoeken naar een oplossing, maar leren verdragen dat die er nog niet is, brengt je misschien wel veel verder.
Gewetensvraag: Wat denk je als je kinderen elkaar in de haren vliegen? Wat doe ik verkeerd, waar ging het mis of waarom ik? Als je je realiseert dat dit in duizenden gezinnen gebeurt, kun je er milder naar kijken. Het hoort erbij. Zet een kopje koffie en wees vriendelijk voor jezelf. Acceptatie is het sleutelwoord.
We zijn er zo aan gewend meteen oplossingen te zoeken. Als het koud is, trek je een trui aan, als je dorst hebt, pak je iets te drinken. Maar bij opvoeden is vaak helemaal niet zo duidelijk wat je kunt doen. Je kunt zoeken naar een oplossing, maar je kunt ook leren verdragen dat die er nog niet is. Het is er al, je kunt er dus maar beter mee dealen in plaats van ertegen vechten. Accepteer dat je het niet altijd hoeft te weten. Zo vind je de wijsheid in jezelf.
Je eigen kinderen hebben de gave om op precies die knoppen te drukken die iets – ik noem een draak, een tijger – bij je losmaken. Het bloed-onder-de-nagels-verhaal. Ken je dat, dat je dan zo uit je slof schiet dat je jezelf er amper in herkent? Als je te gestrest raakt van een ruzie met je kind, val je soms terug op je vroegste ervaringen: je eigen opvoeding. Dan reageer je niet meer als ‘gezonde volwassene’, maar schiet je in je ‘kwetsbare of boze kind’ dat zich aangevallen voelt of word je de ‘bestraffende of veeleisende ouder’ die je kent van vroeger – dat zijn volgens mindful parenting de vijf types die je kunt aannemen.
Situatie: mijn jongste komt naar me toe op het schoolplein, huilend, zegt dat zijn grote broer hem geschopt heeft, samen met een vriendje. Ik ga met hem mee om uit te zoeken wat er precies is gebeurd. Ik vraag mijn oudste en zijn vriendje erbij te komen staan. Vriendje komt braaf, zoon weigert pertinent. Hij geeft me een grote mond en ik baal eigenlijk gewoon dat ie niet doet wat ik zeg. We gaan als twee boze kinderen tegen elkaar tekeer. Uiteindelijk loopt hij weg en besluit ik eerst het vriendje aan te horen. Zo kom ik erachter dat mijn oudste niets gedaan heeft, maar mijn jongste hem noemde omdat het om zijn vriendje ging en hij erbij stond. Achteraf zie ik dat ik door zijn aanvallende gedrag in mijn kwetsbare kind schoot en van daaruit een veeleisende ouder werd. Mijn oudste voelde zich zo in het nauw gedreven door zijn boze moeder midden op het schoolplein dat hij in de verdediging schoot. Een gezonde volwassene had waarschijnlijk een paar keer diep adem gehaald en hem rustig te woord gestaan… Gelukkig ben je nooit te oud om te leren.
Als je leert herkennen of je handelt vanuit je kind of een volwassene uit je jeugd, zou je dat kunnen benoemen voor jezelf: oh ik zit nu in die modus. Dat creëert wat afstand, waardoor je je niet meteen vereenzelvigt met het gevoel en ruimte hebt om anders te reageren. Want we doen niets liever dan dit soort oude gevoelens wegduwen, terwijl je patronen vaak pas kunt veranderen als je ze (h)erkent en toelaat.
Daar ging ook de gewetensvraag over van mijn mindfulness-juf: kun je emoties van je kind verdragen? Mag je kind boos zijn. Als er woede is of verdriet, mag dat er dan zijn? Kun je die emoties laten zonder te reageren. Woede hoeft niet meteen weg of opgelost – als je er maar bent. Het dragen zonder het meteen op te hoeven lossen. Het kind voelt zich dan veilig zich te uiten: ik mag woedend zijn, mama raakt dan niet in paniek. Leer ze dat alles er mag zijn: boosheid, angst, verdriet. Geef deze gevoelens die vaak weggestopt en niet gezien mogen worden erkenning. Koester ze, je kunt er veel van leren (en als je dat je kinderen nu al leert, kan het ze later heel wat werk schelen).
Gevoelens van niet gezien zijn, niet gehoord worden, zijn universeel. Iedereen kijkt vanuit zijn eigen opvoeding, patronen en tekortkomingen naar een ander. Hoe je zelf bent opgevoed wordt je tweede natuur. Het helpt om je af te vragen: reageer je zoals je doet omdat je je kind wilt helpen of om dat het iets ouds raakt bij jezelf? Het begint met het herkennen, dragen en reguleren van je eigen emoties. Als je die kunt toelaten, kan dat heel helend zijn. Niet alleen voor jou, maar ook voor je kinderen.
Uit: Handboek Mindful Ouderschap, Myla en Jon Kabat-Zinn