Het leven gaat vanzelf, en dat is mooi en eng tegelijk

Het leven gaat vanzelf, en dat is mooi en eng tegelijk Het leven gaat vanzelf, en dat is mooi en eng tegelijk Het leven gaat vanzelf, en dat is mooi en eng tegelijk

Het idee dat het leven zich spontaan en vanzelf ontrolt is zo’n beetje het engste wat we ons kunnen voorstellen. Maar volgens Marnix hoeft dat helemaal niet zo erg te zijn: als we ons hieraan overgeven dan kunnen we langzaam leren om open en ontspannen in het leven te staan.

Het leven gaat vanzelf. Altijd.

Je wordt verliefd en weet niet waarom. Je wordt ziek zonder dat je dat wilde. Je haar groeit, je hart klopt, cellen vernieuwen continu, en je lever en nieren ontgiften en reinigen. Vanzelf. De zon schijnt of het regent. En ook of je die baan wel of niet krijgt hangt af van talent (heb je wel of niet), opleiding (volgde je wel of niet) en de gunfactor van de personeelsfunctionaris.

Je ogen kijken vanzelf (probeer maar ‘ns met open ogen níet te kijken). Je oren luisteren zonder enige bewuste inspanning. En zelfs als jij vijf minuten met ingehouden adem op de bank bewust niks zit te doen, stroomt het bloed nog steeds (vanzelf) door je lijf, vliegen buiten (vanzelf) de vogels voorbij, en begint het (vanzelf) te regenen.

Allemaal niet te ontkennen. Desalniettemin denken we vaak dat we over heel veel dingen de baas zijn, en dat we kunnen veranderen wat we maar wíllen veranderen. Het is in feite het grootste misverstand dat er bestaat, en we kunnen het onmogelijk loslaten. Waarom? Omdat het ons doodsbang maakt. Het idee dat het leven zich spontaan en vanzelf ontrolt is zo’n beetje het engste wat we ons kunnen voorstellen: geen controle! Terwijl het in feite juist super spannend en boeiend is, want avontuurlijker kun je het niet krijgen.

Tot hun 3e of 4e jaar, zoiets, zien kinderen zichzelf nog helemaal niet als sturende, invloed uitoefenende entiteiten. Ze dóen maar wat. Het zijn de volwassenen die hen uiteindelijk belasten met het idee van persoonlijke zeggenschap, met afgescheidenheid, en met het idee dat we een individu zijn en dat met hand en tand moeten verdedigen. Een jong kind IS liefde, en hoeft er geen columns over te schrijven of boeken over te lezen.

Ik denk dat veel mensen verlangen naar die eenvoud en eenheid van de eerste jaren. Daarom zijn seks en drugs ook zo lekker: je geeft je over op een manier die je normaal niet meer durft. Daarom is de flow die ontstaat tijdens intensief schrijven, hardlopen, muziek maken of balletdansen ook zo heerlijk: je kunt je er compleet in verliezen, en bent niet meer bezig met jouw positie ten opzichte van anderen, met het verleden of de toekomst. Je bént, en dat is een zeldzaamheid. Helemáál met onze non-stop drukke hoofden.

Veel mensen zouden zó graag af en toe weer een beetje kind willen zijn: argeloos, vol vertrouwen, open, en speels. Het goede nieuws is dat die losheid stukje bij beetje weer kan terugkomen. Niet per se omdat je er elke dag hard op oefent, maar meer omdat je met die terugkerende herkenning van wie je in oorsprong bent, langzaam maar zeker de aangeleerde laag afschaaft. Het is niet iets wat je vindt, niets erbovenop, maar meer iets wat eindelijk weer gezien en ervaren wordt. Alsof onze kern (die er nooit níet is maar wel vertroebeld wordt door een aangeleerd gevoel van afscheiding en vooral door ons eindeloze denken) zichzelf weer terugvindt.

Diep van binnen hunkeren we allemaal naar het gevoel van eenheid dat we ooit kenden, vóór ons geleerd werd te denken in tegenstellingen, in ‘ik tegenover jou’, in goed tegenover kwaad. En dat proberen we weer terug te vinden. Iedereen gebruikt daar zijn eigen methode voor, variërend van andere mensen domineren tot zesendertig marathons per jaar lopen, veel te veel eten, úrenlang mediteren of vluchten in je werk. Het brengt je vaak niet wat je zocht, maar laat je in elk geval wél zien waar je niet meer hoeft te kijken.

En zo kun je uiteindelijk thuiskomen.

Zodra je écht snapt dat de externe zoektocht alleen maar voor afleiding zorgt, zodra je ziet dat wat je zoekt eigenlijk juist dat is waarmee je aan het zoeken bént, keert de rust waar je zo naar verlangt langzaam weer terug. Als je voelt dat het altijd al van binnen heeft gezeten, gaat het afschudden van die laag wantrouwen en aangeleerde hang naar manipulatie en controle steeds een beetje makkelijker. Zo leer je dat het leven, dit hele spel met al zijn menselijke drama, iets is om je waanzinnig over te verbazen en je door te laten verrassen. Mooier wordt het letterlijk niet.

Zo leer je vertrouwen in elke zin van het woord, en dan is het leven misschien nog net zo vaak ingewikkeld en verdrietig als het daarvoor was, maar vind je het allemaal veel minder erg, simpelweg omdat je het niet meer zo persoonlijk neemt.

Dus wat je vandaag ook doet, doe het vooral niet. Want het gaat allemaal vanzelf.

Over auteur
Na vele mentale worstelingen ontdekte Marnix Pauwels wie hij is. Nu deelt hij maar al te graag de inzichten die hij opdeed in dit proces, om hiermee iets te kunnen betekenen voor anderen.  
Volgend artikel
Hoelang kan jij zonder je telefoon?
Hoelang kan jij zonder je telefoon?