Lieve Dot: advies aan Op mezelf

Lieve Dot: advies aan Op mezelf Lieve Dot: advies aan Op mezelf Lieve Dot: advies aan Op mezelf

Het leven gooit je soms plots een andere kant op zodat je even niet weet waar je het zoeken moet. Maar daar is Dot, je reddingsboei in tijden van woelige wateren. Ze geeft je haar eerlijke, maar liefdevolle mening over grote levensvragen, kleine dilemma’s of wringende kwesties, als een zacht duwtje richting wal.

Het werkt heel simpel: jij stelt (geheel anoniem, ondertekend met een pseudoniem naar keuze) een vraag, Dot geeft – elke donderdag – antwoord. En wie Dot is? Dat houden we nog even geheim…

Deze week geeft Dot advies aan Op mezelf:

Lieve Dot,

Een paar jaar geleden emigreerde mijn zwager naar Frankrijk. Sindsdien komt hij ieder jaar bij ons logeren. Meestal één keer per jaar, 2 of 3 weken, maar soms ook twee keer per jaar. Mijn schoonmoeder woont bij ons in het dorp, is op leeftijd, en hij wil haar ieder jaar bezoeken.
Mijn probleem is dat ik ieder jaar meer tegen zijn logeerpartijen opzie. Ik merk dat mijn behoefte aan privacy heel groot is. Ondanks dat hij niet lastig is, de logeerkamer netjes houdt, en zelfs en af en toe een maaltijd voor ons bereidt, ben ik niet meer in staat om positief op zijn aanwezigheid te reageren. Hij is er in die logeerweken bijna altijd en dat beklemt me. Ik ben een introvert type en iemand die veel tijd en ruimte voor zichzelf nodig heeft. Ik houd ervan om (soms) alleen te zijn en mijn eigen gang te kunnen gaan. Ik hoef niet altijd te praten.

Ik ben na bijna 40 jaar werken sinds een half jaar werkeloos thuis, en eigenlijk kan ik het positieve er wel van inzien. Ik geniet van het thuis zijn. Ik probeer wel nuttig bezig te blijven, onder andere in het huishouden, maar als ik zin heb om ’s middags naar een of andere onbenullige tv-serie te kijken, of lekker lui een boek te lezen, doe ik dat. De aanwezigheid van mijn zwager maakt dat ik me niet vrij voel in mijn eigen huis.

Het valt me wel tegen van mezelf. Waarom kan ik niet wat socialer zijn, en ons huis zonder problemen gastvrij voor hem open stellen die paar weken per jaar? Waarom kan ik niet gezellig op zijn gesprekken reageren, in plaats van hem af te kappen en weer in mijn boek te duiken? Terwijl ik hem vroeger (voor zijn jaarlijkse logeerpartijen) best een geschikte zwager vond, denk ik nu alleen maar negatief over hem en denk ik “daar heb je ‘m weer”.

Ik heb het uiteraard met mijn echtgenoot besproken, maar hoewel hij me probeert te begrijpen, geniet hij eigenlijk alleen maar van het feit dat zijn broer die weken bij ons over de vloer is. Ik zou het liefste willen zeggen dat hij in het vervolg maar een hotel moet zoeken, maar vind dat erg moeilijk om te zeggen, en vervelend voor mijn echtgenoot. In feite hadden we dat vanaf het begin moeten aangeven. Ik ben inmiddels zo ver dat ik denk om maar een weekje alleen op stap te gaan als hij weer komt logeren. Ik kom er wel uit, en sla me door de logeerperiodes heen, maar vraag me wel af hoe het kan dat de aanwezigheid van een “vreemde” in huis me zó in de weg zit.

Groetjes,

Op mezelf
___________________________________________________

Lieve Op mezelf,

Op een gegeven moment irriteerde ik me aan hoe goed het ging met mijn schoonfamilie. Aan hoe ze het ene gezonde kind na de ander uitpoepten alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Aan hun zorgeloosheid. Aan hoe ze er altijd leuk uitzien, vrolijk zijn en hun schoenen in huis aanhouden. Aan het kaliber van hun problemen. Aan hun gezondheid, de eindeloze heldere dag in schril contrast met mijn bewolkte familie die op verjaardagen het nummer “lang zal ze leve” inmiddels vermijdt, omdat iedereen maar ziek blijft worden en doodgaan. Vlak voor ik op familieweekend ging (“moest”) schreef ik hoe ik vond dat ze ook ‘moesten malen, vallen en opstaan -en niet alleen door “burn-out” maar door ziekte, ouderdom en dood, net als iedereen.’
Niet erg sjiek natuurlijk.

Natuurlijk wens ik mijn schoonfamilie geen van die dingen. Maar blijkbaar wenste een wat onwenselijk deel van mezelf wel een andere onderverdeling in die onontkoombare zaken.
Het is pijnlijk als er een kloof zit tussen wie je bent en wie je wilt zijn, lieve Op mezelf.
Zeker als het gaat over die B-artiest-achtige gevoelens, zoals je irriteren aan het geluk van een ander. Of ongastvrij zijn. Of jaloers. Dit zijn niet de versies van jezelf waar je aan denkt als je op de Happinez kalender leest dat je alle kanten van jezelf moet omarmen. Dit is de grote haarbal, dit moeten toegeven dat iemands pure aanwezigheid je dwars zit. Het correspondeert misschien niet met hoe jij over jezelf denkt als gastvrij, joviaal, net zoals hoe ik over mezelf denk als ruimhartig en het soms gewoon niet ben. Dit soort gevoelens is het mos op onze tuintegels. En even kun je dat wel laten groeien – het geeft je pad haast karakter – maar op een gegeven moment ga je op je bek na een regenbui als je het blijft negeren.

Vinden dat het mos er niet mag groeien, helpt niet. Tegen mezelf zeggen dat ik niet zo lelijk mocht denken over mijn schoonfamilie, hielp niet. Het enige wat hielp, en het enige wat altijd helpt, is eerlijk zijn. Op een gegeven moment, tijdens een feestdag waar mijn lieve schoonfamilie weer gelukkiger, knapper, beter gekleed en vrolijker dan ooit was, zat ik op de bank met de vrouw van de broer van mijn lief. Zij bleek precies hetzelfde te voelen. Haar familie is niet alleen ver weg, maar ook aan de erosie van verlies onderhevig. Het geluk van onze schoonfamilie zien beet haar ook. Dus deden we wat we bijna elke verjaar- of feestdag doen samen, namelijk een potje janken. Om ons vervolgens weer in het vrolijke feestgedruis te storten.

Mijn voorbeeld is misschien iets gênanter, en iets minder praktisch dan dat van jou, lieve Op mezelf. Maar ik vermoed dat het mechaniek hetzelfde is. Op het moment dat ik eerlijk was over die donkergroene, slijmerige gevoelens, scheen er licht op. En mos van dichtbij is vaak mooi en wonderlijk. Mijn mos, en het mos van mijn ‘schoonzus’ bleek niets anders dan zuiver verdriet. Eenvoudig, onschuldig, delicaat gemis. Het licht erop deed de slijmerigheid afnemen zodat mijn prachtige schoonfamilie er niet meer over hoefde uit te glijden opdat ik me beter zou voelen.
Mijn advies is om je mossigheid onder ogen te komen, lieve Op mezelf. En daar ben je al mee bezig. Volgens mij zit de aanwezigheid van je schoonbroer je namelijk minder dwars dan je eigen weerstand ertegen. En op zich siert je dat. En toch mag je er nog wat meer licht op schijnen. Vertel de waarheid vanuit waar -en wie- je bent, niet vanuit het achterhoedegevecht van wie je wílt zijn. Wees eerlijk tegen je man en schoonbroer op de manier die je nu ook bent, namelijk zonder ze iets te verwijten. Ga er voor het gemak maar vanuit dat je schoonbroer waarschijnlijk toch al je weerstand voelt en voorkom een totale verzuring van jullie relatie.

Soms vermoed ik dat eerlijk zijn over wie we zijn en wat we voelen, het enige is wat we werkelijk kunnen doen. Alle kaarten op tafel leggen is kwetsbaar, maar het is wel eerlijk spel. Kijk wat er dan gebeurt. Wie weet doe je je schoonbroer een groot plezier door hem van zijn plicht bij jullie te verblijven te verlossen. Wie weet bedenken je man en zijn broer gezamenlijk een oplossing. Misschien worden het inderdaad wel de twee weken in het jaar waarin jij iets voor jezelf gaat doen wat je leven volkomen ten goede komt. Er zijn tientallen scenario’s die alleen maar beschikbaar worden als jij open kaart speelt. Wees eerlijk en luister. Bekijk je eigen mos, zonder het te ontkennen, beschuldigen of plat te spuiten met pesticiden en ik garandeer je dat je pad zich openbaart.

Alle goeds,

Liefs
Dot

Wil je zelf ook je vraag stellen in deze rubriek? Mail dan je dilemma naar lievedot@happinez.nl.

Klim in je pen, en wie weet zie jij je dilemma binnenkort beantwoord!

Vond je Dots antwoord behulpzaam en wil je het delen? Dat kan hier.

Volgend artikel
‘In je kracht staan’
‘In je kracht staan’