Ben je een onzekere ouder? Dit is waarom fouten maken oké is

Ben je een onzekere ouder? Dit is waarom fouten maken oké is Ben je een onzekere ouder? Dit is waarom fouten maken oké is Ben je een onzekere ouder? Dit is waarom fouten maken oké is

Er wordt heel wat afgetobd over opvoeden: doen we het wel goed? Filosoof Lisette Thooft pleit voor wat meer luchtigheid: ‛Die incidenten waar ik me nog steeds schuldig over voel, blijkt mijn dochter zich niet eens te herinneren’.

Ik weet bijna zeker dat mijn grootmoeders geen uren wakker hebben gelegen van de vraag of ze wel goede moeders waren. Maar ik – ik heb me diep schuldig gevoeld over alles wat ik fout deed met mijn kinderen.

En tegenwoordig lijkt het wel of vrijwel alle ouders, vooral moeders, permanent gebukt gaan onder bange vragen. Geef ik mijn kinderen wel genoeg aandacht? Laat ik ze vrij genoeg? Laat ik hun spontaniteit wel heel, bescherm ik hun goddelijke zieltjes? Beschadig ik ze niet? Ben ik eigenlijk wel een goed voorbeeld? Had ik niet beter eerst in therapie kunnen gaan voordat ik kinderen kreeg? Had ik niet beter eerst helemaal perfect kunnen worden?

Waar komt die onzekerheid vandaan?

Het lijkt wel of iedereen onzeker is als ouder. De een zweert bij deze theorie, de ander bij dat opvoedboek, en allemaal willen we dolgraag geloven dat we het beter doen dan andere ouders. Maar juist dat verraadt onzekerheid.

Waar komt die onzekerheid vandaan? Als ik daarover nadenk, besef ik met een schok dat ik er zelf hard aan heb meegewerkt. Want het waren de babyboomers – geboren in de pakweg tien jaar na de Tweede Wereldoorlog – die zich, voor het eerst in de geschiedenis, openlijk tegen hun ouders keerden. Vroeger had niemand kritiek op de manier waarop hij of zij was opgevoed. Het was gegaan zoals het was gegaan.

Kinderen kunnen ook verrekte lastig zijn

Maar ja, als je dan zelf kinderen krijgt, blijkt het simpelweg onmogelijk om ze op te voeden zonder een schrammetje hier, een plakkertje daar, een blutsje zus of een verkrampinkje zo. Kleine kinderen zijn wel perfect, onschuldig en heel, maar ze kunnen ook verrekte lastig zijn.

Ik weet nog dat ik eens een lang, voor mijn gevoel enorm belangrijk telefoongesprek voerde met een hoofdredactrice terwijl mijn dochtertje Pauline van een jaar of drie stond te dreinen aan mijn voeten. Toen het gesprek was afgelopen, gaf ik haar een tik en ze viel tegen de tafelpoot aan. Daar kan ik me nu nog steeds schuldig over voelen… Net als die andere fouten die ik maakte.

Wat zou ze daar niet aan overgehouden hebben?

Ik besluit het haar zelf te vragen. Pauline, nu 28, is inmiddels zelf moeder van twee kleintjes van vier en drie. ‘Ik herinner me die bellende en boze moeder niet,’ zegt ze.

Er komen wel andere herinneringen bij haar op. Dat ik de ‛I Tjing’ erbij pakte als zij, vijftien jaar oud, liefdesverdriet had. En eindeloos vertelde over leraren en spiritueel meesters, over mijn zoektocht naar God en naar liefde. Dat had ik geleerd van spiritueel leermeester Barry Long: dat je met je kinderen, hoe klein ook, gewoon in grotemensentaal moet praten over spirituele zaken.

In die zin heb ik mijn kinderen niet beschermd opgevoed – ik heb geen kinderwereld voor ze gecreëerd waarin ze veilig kind konden zijn. Daar had ik gewoon geen tijd voor, want ik was eigenlijk vooral met mezelf bezig. Met mijn werk, mijn liefdesrelaties en mijn innerlijke ontwikkeling.

Liefdevolle verwaarlozing

Dat kun je egocentrisch noemen, en dat was het ook. Maar een groot voordeel daarvan was dat ik van vrijwel alles in mijn leven een probleem heb gemaakt – van mezelf, mijn verleden, mijn relaties, mijn werk, mijn financiën, noem maar op – maar niet van mijn kinderen. Ik had een rotsvast vertrouwen dat zij in orde waren en ook altijd in orde zouden zijn.

Wat er ook gebeurde, ik weigerde te geloven dat er iets mis was met het karakter, de geestelijke gezondheid of de goede bedoelingen van mijn kinderen. Als er iets mis was, lag het aan mij, of aan hun vader, of aan de school, of aan de maatschappij, maar niet aan hun. Dat kun je ook blind vertrouwen noemen. Of zelfs een soort verwaarlozing, want ik nam de moeite niet om me zorgen te maken.

Maar dan was het wel ‘liefdevolle verwaarlozing’ – er zijn tegenwoordig pedagogen die daarvoor pleiten.

Verantwoordelijk

Later, veel later, las ik dat Byron Katie volgens eigen zeggen een vreselijk slechte moeder was geweest. Want toen haar kinderen klein waren, was ze nog niet verlicht, sterker nog: ze was aan de drank en depressief. Haar kinderen hebben daar wel degelijk trauma’s aan overgehouden en hebben het een tijd heel moeilijk gehad. Nu zegt Byron Katie: ‛Ik ben verantwoordelijk voor alle problemen die mijn kinderen hebben. Maar zij zijn verantwoordelijk voor de oplossing.’

Wat een uitspraak! Fantastisch. Ik, die jarenlang mijn ouders overal de schuld van heb gegeven, moet erkennen dat ik en niemand anders verantwoordelijk ben voor mijn eigen geluk. Het is misschien nodig om een tijdje op kussens te slaan en je ouders te verwensen, maar daarna moet je toch ook erkennen dat ze hun best hebben gedaan, dat ze ook maar mensen waren, dat ze je in elk geval ontzaglijk veel gegeven hebben, hoe het ook is gegaan.

Daarna kun je dat ook omdraaien en op je kinderen toepassen. Dat je fouten maakt, hoef je niet te ontkennen. Maar uiteindelijk wordt het hun verhaal.

Zo laat je je kinderen vrij

Wat betekent dit als je het toepast in de opvoeding? Het betekent gek genoeg dat je in de loop van de tijd een soort afstand schept tussen jezelf en je kinderen. Als ik niet verantwoordelijk ben voor hun oplossingen, voor hun geluk, dan laat ik ze innerlijk vrij.

Maar toch weet ik zeker dat ik mijn kinderen bijna voortdurend heb verteld wat ik dacht. Was dat fout? Ik check het bij mijn dochter. ‘Nee, vast niet,’ zegt Pauline. ‘Of het doet er niet echt toe. Maar ik herinner me wel dat je je altijd afvroeg of dingen niet ‛fout’ waren. En dat heb je nog steeds, dat oordeel.’

Maar hoe doe jij dat dan, vraag ik haar. Je moet toch bij alles bedenken of je het wel goed doet, met je kinderen? Nee hoor, dat vindt zij niet. ‘Ik doe maar wat’.

Gewoon maar jezelf zijn

Ze doet maar wat! Ja, Pauline is inderdaad een ontspannen moeder. Maar als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik ook maar wat deed – elke opvoeding is immers een experiment. Mijn enige zekerheid was: hoe mijn ouders het hadden gedaan moest het niet volgens mij. Vandaar ook dat ik me voortdurend afvroeg of ik het zelf dan wel goed deed.

En misschien was dat wel mijn enige echte fout: die onzekerheid. Als je je voortdurend afvraagt of het wel goed is wat je doet, zadel je je kinderen tussen de regels door op met de plicht jou gerust te stellen.

Eigenlijk is het helemaal niet zo gek om maar wat te doen, gewoon maar jezelf te zijn en je kinderen te laten zien hoe jij dat doet: leven, met vallen en opstaan. Alle spirituele adviezen over opvoeden die ik wijs en diep vind, komen tenminste daarop neer. Eens vroeg een man aan de beroemde goeroe Krishnamurti: ‛Hoe moet ik mijn zonen opvoeden?’ ‛U moet uw zonen niet opvoeden,’ antwoordde de meester. ‛U moet uzelf opvoeden, en uw zonen met rust laten.’

Over auteur
Vanaf het allereerste begin was Lisette Thooft bij Happinez betrokken. Hoewel ze ooit Engelse literatuur studeerde zelfs een blauwe maandag lerares Engels was, waart ze ondertussen al tientallen jaren met hartstocht, nieuwsgierigheid en verwondering rond in de wereld van de spiritualiteit. Ze vertaalt alles wat ze meemaakt in artikelen, boeken, liedjes die ze zingt met haar gitaar en online cursussen die ze persoonlijk begeleidt.
Volgend artikel
Deze oefeningen helpen je kind ontspannen tijdens Sinterklaas
Deze oefeningen helpen je kind ontspannen tijdens Sinterklaas