Lieve Dot: advies aan Tatoeage-moe

Lieve Dot: advies aan Tatoeage-moe Lieve Dot: advies aan Tatoeage-moe Lieve Dot: advies aan Tatoeage-moe

Het leven gooit je soms plots een andere kant op zodat je even niet weet waar je het zoeken moet. Maar daar is Dot, je reddingsboei in tijden van woelige wateren. Ze geeft je haar eerlijke, maar liefdevolle mening over grote levensvragen, kleine dilemma’s of wringende kwesties, als een zacht duwtje richting wal.

Het werkt heel simpel: jij stelt (geheel anoniem, ondertekend met een pseudoniem naar keuze) een vraag, Dot geeft – elke donderdag – antwoord. En wie Dot is? Dat houden we nog even geheim…

Deze week geeft Dot advies aan Tatoeage-moe:

Lieve Dot,

Na lang wikken en wegen heb ik een consult ingepland bij een laserkliniek. Volgende week is het zover en ga ik twee tatoeages verwijderen waar ik al langere tijd ‘last’ van heb. Eigenlijk heb ik er drie, maar nummer drie stoort me niet, omdat deze niets met mijn toenmalige crush op Angelina Jolie te maken heeft. Ja. Ik heb een exacte replica van haar tatoeage op mijn arm. Overigens heeft zij die van haar inmiddels verwijderd.

Toen ik 18 was zag ik de film GIA, waarin Angelina schittert als voormalig topmodel Gia Carangi; het eerste lesbische topmodel die in de jaren 80 stierf aan AIDS. Mijn coming-out ging hierna in stroomversnelling, want wat wilde ik graag zijn zoals zij, zelfverzekerd en rebels. Dit gevoel wilde ik op mijn lijf vereeuwigen met een kopie van Gia’s tatoeage, in de vorm van een draak.

Niet veel later ging ik, na het nodige overtrekwerk, op weg naar de tattooshop, alwaar ik in discussie raakte met de tatoeagemevrouw. Zij adviseerde mij nooit dezelfde tatoeage te nemen als een ander. Maar kom op, ik was 18 en wist echt wat ik wilde, ik bepaalde toch zeker zelf wel wat ik wel of niet deed met mijn lijf? Ze gaf het op en in een uur stond ie erop. Een draak van een draak. Ik droeg hem met trots en was ik zelfs dankbaar toen ik een soortgelijke draak op de arm van mijn beste vriendin in wording aantrof.

Een klein jaar later wilde ik iets op de voorkant van mijn andere schouder, omdat ik voor mijn gevoel anders uit balans was. En ik koos voor een kruis. Deze tekende ik na van een van de rozenkransen die ik ooit van mijn oma kreeg. Al was ik niet gelovig, ik sloot het niet uit. Nog steeds niet overigens. Bijkomend rebels voordeel was dat ik mensen te pas en te onpas mijn kruis kon flashen. Hoe cool was dat.

Inmiddels, 20 jaar later, kan ik niet echt zeggen dat ik enorme spijt heb. Ik kan zelfs best lachen om de keuzes die ik destijds heb gemaakt. De tatoeages lijken inmiddels wel betekenis te hebben gekregen, juist om de betekenisloosheid van die tijd.

De lasertechnieken van nu zijn echter zo geavanceerd dat het mogelijk is om weer met een schone lei te beginnen. Dat je na een paar behandelingen niets meer ziet van die gitzwarte draak of dat zwarte kruis die zo slecht kleuren bij pastelkleurige kleren. Twee tatoeages minder zouden me een hoop blikken en vragen kunnen besparen en mijn garderobe een stuk opvrouwelijken.

Lieve Dot, ik identificeer me niet meer met de afbeeldingen die inmiddels al 20 jaar op mijn lijf staan, maar toch ben ik best trots op de ontwikkeling die ik samen met mijn tatoeages heb doorgemaakt. Betekent dit dan dat ik de tatoeages moet behouden ter ere van het verhaal of zal ik kiezen voor die schone lei, omdat die inmiddels tot de mogelijkheden behoort?

Liefs,
Tatoeage-moe
______________________________

Lieve Tatoeage-moe,

Toen mijn oom – een van mijn favoriete mensen op aarde – jaren geleden te horen kreeg dat hij zou sterven aan longkanker, was hij ervan overtuigd dat hij kon genezen. Niet dat hij zich er blind in vastbeet, maar hij wist dat hij één kans had. Namelijk door er met een volle honderd procent in te geloven. Ik was twintig toentertijd, twee jaar nadat ik zelf ook met een permanente draak was thuisgekomen en hij vrolijk en nauwelijks onder de indruk ‘het is een draak’ zei toen ik mijn linkerbovenarm liet zien. Ik begreep toen geloof ik niet goed waar zijn rotsvaste overtuiging dat hij zichzelf kon genezen vandaan kwam. Ik was te druk bezig met mijn ingewanden aan elkaar proberen te knopen en van ellende weer terug in mijn binnenste te duwen. Wat mijn lichaam zich als de dag van vandaag herinnert is dat het getuige was van zijn onvermogen dat te doen waar hij zo rotsvast in geloofde. Binnen een paar maanden was hij dood.

Nu pas, jaren later, begint het me te dagen waarin mijn oom geloofde. Langzaam maar zeker ervaar ik mijn lichaam als slagveld van het leven; de plek waar dingen bevochten worden, beleefd en uitgedrukt. Als een uiterwaard van het bestaan; waar wat onbewust is, of weggedrukt, in kan overstromen totdat het tijd is om het weer af te voeren in de rivier van bewustzijn. Ik geloof dat mijn oom begreep dat wanneer hij zich bewust zou worden van alle conflicten in zichzelf – en ze dus kon verenigen – hij de uiterwaarden van ziekte niet nodig zou hebben. En dus kon genezen.

Dat dit hem niet lukte neemt hij zichzelf hopelijk niet kwalijk in de hemel, of waar onze gestorven dierbaren zich ook maar mogen ophouden. Het zou immers totale wakkerheid, Verlichting zelf hebben betekend. Dat hij deze mogelijkheid echter niet uitsloot, zegt iets over wie hij was als mens. Hoe dapper hij was begin ik nu pas echt te beseffen.

Je levende, bewegende, stervende lichaam is de perfecte plek om dingen in te voelen, snijden, tatoeëren en ervaren die nog niet volledig zijn opgenomen in de rivier van je bewustzijn, lieve Tatoeage-moe. Zoals je zo herkenbaar beschrijft hebben je getatoeëerde lichaamsdelen je helpen uitdrukken wat nog niet geïntegreerd was in jezelf. Ik ben het dan ook niet eens met de tatoeagemevrouw; volgens mij moet je altijd precies dezelfde tatoeage nemen als een ander, omdat het totems zijn. Je draagt ze in de hoop dat ze op magische wijze de eigenschappen van een spreekwoordelijke Angelina Jolie doen overstralen.

Alles wat we op, in en aan ons lichaam hangen en kerven dient dat doel. Daarom zijn we als tieners ook zulke door mode en symbolen omhangen hulzen; bij gebrek aan eigen vulling moeten we het wel doen met de totems van anderen. Daarom zat ook ik, net als jij op mijn 18e vol adrenaline bij de tattooshop op de Amsterdamsestraatweg in Utrecht, waar ik nerveus door een geplastificeerd voorbeeldboek bladerde en twijfelend tussen een enorm scheepsanker en een afbeelding van Jezus bloedend aan het kruis me toch door een meegesleurde vriendin liet overhalen om de draak te zetten. Het ging niet om de draak; het ging op de magische eigenschappen van het tatoeage symbool – onafhankelijke stoerigheid – die ik mezelf toe wilde dichten via mijn lichaam. Dat dacht ik toen natuurlijk niet – en ook niet in de twee weken die volgden waarin mijn vader mijn bestaan negeerde. Toen dacht ik dat ik een tattoo wilde.

Je kunt je tatoeages laten staan om jezelf te herinneren aan de onbegrensd generositeit van je uiterwaarden-lichaam, lieve Tatoeage-moe. Als dank aan het geduld waarmee dat lichaam alles voor je draagt, en de loyaliteit waarmee het overstroomt en uit wat er nog niet genezen is. Maar je kunt ook voor een andere lichaamstaal kiezen. Uit je brief klinkt dat je de lessen en conflicten die de tatoeages uitdrukten, hebt verinnerlijkt. Misschien – en dit gevoel bekruipt me regelmatig bij vragenstellers – dat het schrijven van de brief zelf daar al aan heeft bijgedragen. Ik kan me voorstellen dat dit letterlijk uitwissen op je lichaam daar een nieuw symbool, een nieuwe totem voor is.

Alle goeds,
Liefs
Dot

Wil je zelf ook je vraag stellen in deze rubriek? Mail dan je dilemma naar lievedot@happinez.nl.

Wie weet zie jij je dilemma binnenkort beantwoord!

Vond je Dots antwoord behulpzaam en wil je het delen? Dat kan hier.

Volgend artikel
Lessen in tegenslag van Facebook’s COO Sheryl Sandberg
Lessen in tegenslag van Facebook’s COO Sheryl Sandberg