Missen Missen Missen

Soms kan je verlangen naar een andere plek, een andere tijd, een andere werkelijkheid – die er niet is. Susan ontdekt dat je daar best verdrietig over mag zijn, en dat er geen wet is voor de duur van dat verdriet.

We wandelen hand in hand door het haventje van Malaga, mijn geliefde en ik. De zon verwarmt onze winterbleke huid, we dragen geen jas, de bootjes maken een klotsend geluid in het azuurblauwe water. Hij lacht liefdevol naar me en knijpt even in mijn hand. Ik lach terug en voel me laf.

Ik durf het niet te zeggen. Niet hoe ik droomde over mijn kinderen, hoe ik ontwaakte met een gevoel van paniek, alsof ik daar bij hen moest zijn, met wild kloppend hart, alsof ik me ineens herinnerde dat ik ze was vergeten mee te nemen uit een speeltuin. Niet hoe het besef van alle kilometers tussen ons in, ik in Spanje en zij met hun vader op wintersportvakantie, me vandaag duizelig maakt. Niet hoe het gemis als een druk van binnenuit steeds meer ruimte in beslag neemt. Niet hoe elke gedachte aan hen mijn keel dichtknijpt en ik mezelf opdraag rustig te ademen, een, twee, drie, het gaat al beter, vier, vijf, het wordt al minder, zes, zeven, alles komt goed, acht, negen, tien, hij heeft niets gemerkt.

Het is pas dag drie van ons tripje. Ik zou moeten genieten van wat er is, niet bezig moeten zijn met wat er niet is. Ik weet precies wat ik aan het doen ben (me richten op een andere werkelijkheid) en wat de remedie is (de werkelijke realiteit tot me laten komen). Er is immers niets mis met dit moment, met de klotsende boten, de winterzon, zijn hand in de mijne, er is geen andere realiteit dan die er is. Maar het lukt me niet.

Dan verschijnt er een foto op mijn telefoon van mijn jongste van net drie. Hij draagt een donkerblauwe winterjas die ik niet ken. En daar komen alsnog de tranen, die ik wegveeg, me verontschuldigend. Ik wil doorlopen, probeer te glimlachen. Mijn lief houdt me staande en kijkt me ernstig aan.

‘Ik houd ook van jouw verdriet,’ zegt hij.

‘Maar het is pas de derde dag,’ zeg ik hoofdschuddend.

‘Daar is geen wet voor,’ zegt hij, ‘dat mag na één minuut of pas na tien dagen. Het is niet zo dat ik op zondag om kwart over tien op mijn horloge kijk en zeg: “Nou, nu mag je je kinderen gaan missen.”

Ik lach door mijn tranen heen.

Ik houd ook van jouw verdriet.

Tegenover me staat een man die ik bemin en die alles van mij wil beminnen, niet alleen de kanten die hem goed uitkomen, niet alleen wat hem dient. Hij heeft me lief, 360 graden rond. En ik herinner het me weer. Om van het leven te houden zoals het is, inclusief het gierende gemis, de verbazing om een nieuwe diepe liefde, de pijn om wat je is ontvallen. 360 graden rond.

 

 

Over auteur
Spiritualiteit en literatuur zijn de grootste passies van onze ‘huisheks’ Susan Smit. Ze was een van de eerste columnisten van Happinez, maakt de boekenrubriek in het blad en schrijft op deze site columns waarin ze deelt wat ze meemaakt en leert.
Volgend artikel
Naïeve liefde
Naïeve liefde