Waarom rusteloosheid inspiratie brengt

Waarom rusteloosheid inspiratie brengt Waarom rusteloosheid inspiratie brengt Waarom rusteloosheid inspiratie brengt

Verzucht je vaak dat je niets liever zou willen dan een dag he-le-maal niks? Misschien is dat tóch wel niet wat je wilt. Uiteindelijk voelen we ons bij rusteloosheid veel beter, zegt deze filosoof.

Vraag je een goede vriend hoe het gaat, dan is de kans best groot dat zijn antwoord ‘Druk!’ luidt. En waarschijnlijk bedoelt hij daarmee niet: ‘lekker druk’, maar ‘poeh, liever een tandje minder’. Typisch iets van deze tijd? Helemaal niet, zegt filosoof Ignaas Devisch in zijn lezing voor Brainwash. Ook onze grootouders – vaak met grote gezinnen en lange werkdagen – hadden het al hartstikke druk. Alleen was drukte toen een vanzelfsprekendheid, waar mensen niet zo snel over klaagden – het hoorde er gewoon bij.

Onrust of rusteloosheid?

In onze tijd is het veel gewoner om te verzuchten dat je dolgraag een dagje rust zou hebben, of dat je verlangt naar vakantie. ‘Even helemaal niks.’ Maar is dat nietsdoen wel echt wat we willen? Volgens Ignaas houden we heimelijk van drukte. Tenminste: van een bepaald soort drukte. Ignaas maakt onderscheid tussen onrust en rusteloosheid. Onrust is het gevoel van ‘moeten’, het gevoel dat je je baas niet mag teleurstellen. Rusteloosheid is ook een gevoel van drukte, maar dan heeft het te maken met iets wat we graag doen. Iets waarvan we, als we uiteindelijk terugkijken op ons leven, denken: dat was de moeite waard, ook al rende ik mezelf af en toe enorm voorbij.

Houden we wel van nietsdoen?

Nietsdoen houden we in de praktijk helemaal niet zo lang vol, zegt Ignaas. Zelfs in resorts waar mensen naartoe komen om heerlijk te niksen – beetje zwemmen, beetje lezen, beetje eten – worden massa’s activiteiten georganiseerd, tegen de verveling. En uit Brits onderzoek blijkt dat mensen het nog geen vijftien minuten volhouden om in een kale ruimte te zitten en helemaal niets te doen. Sterker nog: ze geven zichzelf nog liever een stroomstoot (!), puur om iets te doen te hebben.


Op naar meer rusteloosheid

In plaats van verlangen naar rust, kunnen we misschien dus beter nadenken over het verschil tussen onrust en rusteloosheid. Uit het verhaal van Ignaas kun je afleiden dat, wanneer je vooral rusteloos bent (en geen onrust voelt), je een leven leidt dat voldoening geeft. Je bent bezig iets te doen wat je graag doet, waar je graag een tandje harder voor loopt. ‘Als we ons de vraag stellen wat ons hier in het leven bij elkaar houdt, waarom we leven (…), dan is mijn pleidooi niet zozeer om niets te doen, maar om op zoek te gaan naar activiteiten waarin je jezelf herkent.’ Weg met de onrust, dus, en op naar meer rusteloosheid.

De hele lezing van Ignaas Devisch kun je hier bekijken.

Over auteur
Freelance journalist Dorien Vrieling is een nuchtere Noorderling met een grote interesse in wat mensen beweegt. Ze schrijft graag over de hobbels die een mens op zijn weg kan tegenkomen, en hoe je daarmee om kunt gaan.

Meer lezen over nietsdoen?

De kunst van het niksen (het is moeilijker en heilzamer dan je denkt).

Volgend artikel
Zo neem je je hart mee naar de werkvloer
Zo neem je je hart mee naar de werkvloer