Edith Eger: ‘Je kunt niet helen wat je niet doorvoeld hebt’

Edith Eger: ‘Je kunt niet helen wat je niet doorvoeld hebt’ Edith Eger: ‘Je kunt niet helen wat je niet doorvoeld hebt’ Edith Eger: ‘Je kunt niet helen wat je niet doorvoeld hebt’

Ze heeft haar neiging om te pleasen opgegeven en de behoefte aan erkenning en perfectionisme losgelaten. Nu voelt ze zich jonger en vrijer dan ooit. Julika Marijn ging met haar in gesprek. Dit kunnen we leren van Edith Eger, de ballerina van Auschwitz die op innerlijke kracht een gevierd psycholoog werd.

Wat er met ons gebeurt is uiteindelijk niet het belangrijkst. Het gaat erom hoe we ernaar kijken en wat we ermee doen. Dit diepe geloof, dit diepdoorvoelde wéten, is het motto van Edith Eger, de ballerina van Auschwitz. Ze is een gevierd psycholoog in het behandelen van posttraumatisch stresssyndroom en een veelgevraagd spreker over de hele wereld. Ze schreef het boek ‘De Keuze’, over haar eigen leven, waarin ze Auschwitz overleefde, en daarna succesvol haar plek vond in Amerika. Haar boek ‘Het Geschenk’ is een praktische handleiding met twaalf levenslessen. Daarin beschrijft ze hoe ze haar leven heeft aangepakt en is genezen van haar trauma.

Wanneer ik haar spreek via Zoom –Dr. Eger in Californië en ik in Amsterdam- vertelt ze me meteen dat ze een band voelt met Nederland. In dat is niet voor niets. “Eén van mijn meest gekoesterde herinneringen is de theatervoorstelling die ik een paar jaar geleden zag in Theater Carré. De prachtige primaballerina Igone de Jongh van Het Nationale Ballet speelde mij. Ik zag mezelf dansen zoals in die eerste nacht in Auschwitz. Ik danste voor dokter Mengele, gespeeld door Pierre Bokma. Hij werd beangstigend goed neergezet, als de lege en hongerige geest die hij was. Het donkerste moment in mijn leven werd op het podium ontroerend tot leven gebracht. Ik zal het nooit vergeten.”

Innerlijke kracht

Edith Eger is zestien jaar oud en een getalenteerd danseres en turnster als ze in 1944 met haar familie vanuit Hongarije naar Auschwitz wordt gedeporteerd. Haar ouders worden meteen na aankomst in het kamp vergast. Op zijn verzoek danst Edith in een barak voor de beruchte kamparts Josef Mengele. Om dit te kunnen, stelt zich voor dat ze danst in het operahuis in Boedapest, op muziek van Tsjaikovski’s Romeo en Julia.

Door Ediths moed en innerlijke kracht overleeft ze, samen met haar zus, de verschrikkelijke omstandigheden. Ternauwernood, want ze zijn op het randje van de dood als het kamp wordt bevrijd. Edith wordt door een Amerikaanse soldaat gevonden in een stapel lijken. Hij ziet een hand langzaam bewegen en redt haar. Na de bevrijding ontmoet ze haar man en verhuizen ze naar Amerika. Daar moet Edith als vluchteling de eindjes aan elkaar te knopen en werkt ze in een fabriek. Ze krijgt drie kinderen, en besluit rond haar veertigste om alsnog psychologie te gaan studeren en ze studeert cum laude af. Ze heeft zichzelf van haar trauma kunnen bevrijden en zet haar ervaring in om anderen te helen en innerlijke vrijheid te vinden.

‘Auschwitz heeft een speciale plek in mijn hart’ zegt u. Dat is een bijzondere uitspraak. Kunt u die uitleggen?

“Auschwitz noem ik een kans. Het is een mogelijkheid om te ontdekken dat er liefde is in de duisternis. Het enige wat we in het kamp hadden was elkaar. We gaven elkaar kracht en spraken elkaar voortdurend moed in. Want als je alleen aan jezelf dacht, overleefde je het niet. We wisten nooit wat er het volgende moment zou gebeuren. Ieder ogenblik konden de nazi’s van alles met me doen: me martelen of in de gaskamer gooien. De natuurlijke vlucht- of vechtreflex was daar onmogelijk. Dus ik had op die donkere plek alleen mijn eigen geestkracht. Geen nazi kon die breken of doden: mijn geest was van mij. Zo heb ik mijn innerlijke kracht leren kennen. Voor de oorlog leerde ik al van mijn dansleraar op de balletschool dat alle ware vreugde van binnenuit komt. In het kamp herinnerde ik me zijn woorden en begreep ik echt wat hij bedoelde. Auschwitz was dus een kans om het leven van binnenuit te bekijken. Op die manier was ik in staat om mijn haat te transformeren tot medelijden. Ik zag de bewakers in hun uniformen en de gruwelijke dingen die ze deden. Ze waren gehersenspoeld. Zíj waren schuldig, ik niet. Ik koos ervoor om medelijden met ze te voelen. Ik begon zelfs voor hen te bidden. Ik dacht: jullie zijn de ware gevangenen. Ik ben onschuldig en vrij. Die bewakers zouden de wrede dingen die ze deden de rest van hun leven als schuldigen met zich mee moeten dragen.”

Noemt u zich daarom ook geen slachtoffer?

“Slachtofferschap is nooit je identiteit. Kijk, de wereld is niet zoals we zouden willen. Er staat nergens geschreven dat het leven makkelijk is. Je hebt geen enkele garantie of zekerheid. Maar er is altijd een keuze, altijd een mogelijkheid. Zelfs wanneer je seksueel misbruikt bent, maakt je dat nog geen slachtoffer. Die daad heeft niet zozeer met seks te maken, maar meer met iemand vernederen en tot een object maken. Dus in zekere zin ben je nog steeds maagd, ben je prachtig en ongeschonden. Geef diegene die je destijds heeft aangeraakt geen macht over je! Daarvoor moet je jezelf wel eerst toestaan om door de emoties heen te gaan. Pas dan kun je jezelf bevrijden. Het heeft mij ook tijd gekost om te begrijpen dat pijn niet oplost door ervoor weg te lopen. Ook ik heb jarenlang niet over mijn verleden gesproken. Ik wilde zijn zoals iedereen in Amerika en opgaan in de massa. Maar niet geuite emoties blijven in je lichaam zitten en maken je ziek. Ze leiden tot depressie. Het tegenovergestelde daarvan noem ik expressie. Medicijnen lossen niets op. Je kunt niet helen wat je niet doorvoeld hebt. Het is oké om boos te zijn. God vindt het echt niet erg. We moeten door die vallei van schaduw heen maar er niet in blijven hangen.”

De emoties doorvoelen. Heeft u daar een eigen voorbeeld van?

“Ik heb zes jaar in het adviescomité voor krijgsgevangenen in Washington DC gezeten. Op weg erheen liep ik altijd langs het Holocaust Memorial Museum. Daar ga ik nooit naar binnen, dacht ik telkens. Ik heb zelf in het kamp gezeten, ik weet wel hoe het was. Maar een keer was ik te vroeg aangekomen en had ik niks te doen. Toen ben ik toch naar binnen gegaan. Er stond een nagemaakte veewagon. Ik heb twee uur gekeken hoe bezoekers er in en uit gingen. Maar ik durfde niet. Uiteindelijk stapte ik in en beleefde opnieuw hoe verschrikkelijk het transport was. Ik hoorde weer mijn moeders woorden: ‘We weten niet waar we terecht komen of wat er gaat gebeuren. Maar onthoud dat niemand je gedachten van je af kan pakken.’ In het kamp zijn die woorden bepalend voor me geweest. Uren ben ik in dat museum in die wagon blijven zitten. Het was vreselijk maar ook bevrijdend.”

Als psychotherapeut helpt u mensen omgaan met hun mentale gevangenissen. Hoe doet u dat?

“Ik noem het geen helpen. Ik vraag mensen als ze bij me komen niet hoe ik kan helpen, maar hoe ik van betekenis kan zijn. Ik zie mezelf als een soort spirituele vroedvrouw. Ik geloof niet dat mensen gewoon naar me toe komen. Ze worden gestuurd. Door het hogere. Jij nu ook, door dit interview. Tijdens sessies met mijn cliënten houd ik hun handen vast om samen op zoek te gaan naar waar ze vast in zijn blijven zitten. We nodigen hun gevoelens uit zodat de woede en de emoties eindelijk mogen oplossen. Want hoe lang laat je de woede je eigen passie en vreugde overschaduwen? En dan laat je het op een gegeven moment echt los. Daar gaat liefde volgens mij over: het vermogen los te laten. Je kunt iemand nooit vergeven wanneer je je eigen boosheid niet hebt geuit. En wanneer je iemand níet vergeeft, ben je zelf nog steeds degene die lijdt. Vergeving brengt échte vrijheid en is dus altijd een gift aan jezelf. Zelf ben ik jaren later teruggegaan naar Auschwitz. Om mijn eigen onschuld terug te winnen, om mezelf te vergeven dat ik het wél heb overleefd. Ik had jarenlang last van survivals guilt. Dit bezoek gaf me de kans op een nieuw begin. Een wedergeboorte.”

In de oorlog heeft u geleerd om in het heden te leven. Hoe lukt u dat nu?

“Elk moment is waardevol voor me. Mijn verleden kan ik niet veranderen. Ik noem het vaak ‘mijn gekoesterde wond’. Het huidige moment omarm ik met alle gevoelens die erbij horen. Ik veroordeel geen enkel gevoel want er zijn geen goede of foute gevoelens. Alles is een kans. Om te voelen, te rouwen en te helen. Schuld is altijd verbonden met het verleden; wat je wel of niet had moeten doen. Zorgen gaan over de toekomst. Over wat er misschien gaat gebeuren. Zo mis je het huidige moment. Ik kan alleen maar nu naar jou kijken op het scherm. Maar het verleden heeft nog wel invloed. Ik eet nog altijd mijn bord leeg. Mijn dochter zegt dan: mam, het is oké om eten te laten staan. Ik heb nog steeds nachtmerries en wanneer ik langs prikkeldraad rij, ben ik onmiddellijk terug in Auschwitz. Dan voel ik heel bewust dat ik nu hier ben. Vrij. Een Amerikaans paspoort in mijn tas. Ik waardeer het moment juist nog meer en ben dankbaar. Dankbaar dat ik een overlever ben en ik anderen kan gidsen om geen slachtoffer te zijn. Van niets, niemand, nooit. Want we komen niet ter wereld met die mentale gevangenissen. We zijn geboren met vreugde, passie, liefde en een vrije geest.”

Ik las dat u afscheid moest nemen van de nazi in uzelf.

“We hebben allemaal een nazi in ons zitten. Dat is het deel in je dat jezelf veroordeelt en geen medeleven toont. Het belemmert je om vrij te zijn. Zelfliefde is vooral goede zelfzorg. Zeg in de spiegel tegen het kleine meisje in jezelf dat ze prachtig is. Wees een goede moeder voor jezelf. Zeg dat je van jezelf houdt. Het is niet narcistisch om goed voor jezelf te zijn. En wees voor je geluk nooit afhankelijk van een ander. Want diegene die écht je hele leven bij je is, ben je zelf. Soms vertellen vrouwen in mijn praktijk me dat ze een man nodig hebben. Dan antwoord ik dat als ik een man was, ik hard van hen zou weglopen. Want de onrust die ze hierover voelen, klopt niet. Wat wil je vinden in een man? vraag ik. Zet het eens op een lijstje. Vervolgens adviseer ik ze: ‘zorg er nu voor dat je zélf die persoon wordt’. Wil je een betrouwbaar en verantwoordelijk iemand? Praktiseer dat dan zelf iedere dag. Zo word je zelf de persoon naar wie je verlangt. Op die manier trek je aan wat je zoekt. Vind ‘de ware’, in jezelf. God heeft maar één persoon gemaakt zoals jij. Je bent uniek. Er komt nooit meer iemand precies zoals jij.”

U gelooft in een God?

“Ik zie God als Tinkerbell, de vrije geest. Ik voel me nu jonger en dan toen ik 53 was. Omdat ik jonger en vrijer van geest ben. Ik heb inmiddels mijn behoefte aan erkenning losgelaten. Ik heb mijn neiging om te pleasen opgegeven en ik heb mijn perfectionisme losgelaten. Weet je, sommige mensen zijn zo bang om fouten te maken. Dan zeg ik: ga niet met God concurreren. Het is prima om gemiddeld te zijn. Ik heb mijn grenzen, dat weet ik. Dus ik doe wat ik kan en daarna laat ik het los. Wanneer ik doodga, weet ik dat ik gelukkig zal sterven. Gelukkig omdat ik mijn ervaringen heb kunnen gebruiken om te kunnen bijdragen. Ik heb niet zitten wachten tot de wereld mij iets zou geven. Geven is eigenlijk krijgen. Boeken schrijven, grote groepen mensen toespreken, ik heb nooit gedacht dat ik dat allemaal zou doen. Ik ben gezegend dat ik een gids kan zijn die heling faciliteert. Dat ik van betekenis mag zijn voor een volgende generatie.”

Interview: Julika Marijn

Meer lezen van Edith Eger?

Lees het boek ‘Het geschenk, 12 lessen die je leven kunnen redden’

Volgend artikel
7 manieren om met emotionele triggers om te gaan
7 manieren om met emotionele triggers om te gaan