Zo ben je er voor een ander (4 manieren)

Fotografie Tekst: Mirre Bots
Zo ben je er voor een ander (4 manieren) Zo ben je er voor een ander (4 manieren) Zo ben je er voor een ander (4 manieren)

Als een dierbare een verlies lijdt, willen we niets liever dan troosten. Maar vaak weten we niet hoe. Wat zeg je? Wat doe je? Met als gevolg dat we ons vaak afzijdiger houden dan we willen. Vier handreikingen om er voor de ander te zijn.

1. Jezelf thuislaten

‘Troost me niet, als er niets te troosten valt… Ik wil vandaag ontroostbaar zijn,’ zingt cabaretière en zangeres Louise Korthals. ‘Ik schreef dit lied na het plotselinge overlijden van mijn vader, omdat ik merkte dat ik soms gewoonweg ontroostbaar wilde zijn,’ zegt Louise. ‘Mijn vader was er niet meer en hij was onvervangbaar. Ik moest hier zelf mee leren omgaan. Als ik moest huilen, hadden de mensen om me heen een enorme behoefte om me te willen troosten – vaak ook uit ongemak. Dat vond ik ontroerend, maar ook heel vervelend, omdat ik helemaal niet getroost wilde worden.’

Waar het om gaat, is dat je liefdevol aanwezig bent voor de ander en zijn verdriet erkent, schrijft psychotherapeute Riekje Boswijk-Hummel in haar boek ‘Troost vragen, geven en ontvangen’. Als je jezelf thuislaat, is er alle ruimte voor de ander. Voor zijn verhaal, zijn gevoelens, zijn behoeftes. Wil iemand even huilen? Praten, of juist zwijgen? Of is puur praktische hulp gewenst? Door goed te kijken en te luisteren ontdek je hoe je steun kunt bieden.

2. Ruimte voor verdriet

Ieder gaat op z’n eigen manier met verdriet om. De een is vooral een prater en zal steeds weer willen vertellen over zijn verlies. Een ander is vooral aan het razen en tieren en weer een ander raakt helemaal in zichzelf gekeerd. Hevig verdriet en wanhoop zijn vaak moeilijke emoties om als buitenstaander mee om te gaan. Daarom zijn we geneigd om oplossingen aan te dragen of ‘emoties weg te poetsen’, zoals Boswijk-Hummel het noemt.

Als je twijfelt of je goed hebt gezien of gevoeld waar iemand behoefte aan heeft – vraag het dan gewoon. ‘Wil je erover praten?’ ‘Vind je het fijn als ik nu naar je toekom?’ ‘Zal ik even voor je stofzuigen?’ Dat schept duidelijkheid, voor beide partijen.

3. Een helpende hand

Vlak nadat Wendy van de Putte op een moeizame manier haar relatie had beëindigd, kreeg ze een flinke hernia, waardoor ze amper kon bewegen. ‘Dat was voor iemand die altijd zo zelfstandig was niet gemakkelijk. Wat me toen erg heeft geraakt, is dat twee vriendinnen aanboden om een week lang bij mij in huis voor me te komen zorgen. Ze kookten, stofzuigden, maakten mijn bed op en namen ook echt de moederrol op zich. Daardoor hoefde ik even helemaal geen beslissingen te nemen of aan anderen te denken.’

Je kunt je medeleven betuigen door praktische hulp te bieden. Oppassen op de kinderen, een pan soep voor de deur zetten, de heg snoeien, ook dat is troosten.

4. Vaste veiligheid

Nadat de man van Maria van Delft was overleden, nam haar buurvrouw het initiatief om elke ochtend samen te gaan wandelen. Maria: ‘Onze dagelijkse wandeling geeft structuur aan mijn dag, zeker in het begin had ik dat nodig. Of ik nu wel of geen goede nacht had, ik móést opstaan, ook al had ik helemaal geen zin in de dag. We lopen steeds hetzelfde rondje van ongeveer een halfuur. Soms praten we, soms zwijgen we. Ik weet dat ik op haar kan terugvallen en dat ik mijn verhaal kwijt kan als ik daar behoefte aan heb.’’

Als iemand een verlies lijdt, is er in het begin vaak veel aandacht, maar dat ebt meestal ook redelijk snel weer weg, terwijl het verdriet nog blijft. Daarom is vaste veiligheid in de vorm van ‘een wandeling’ zo waardevol.

Volgend artikel
Wat als je bang bent om opnieuw gekwetst te worden?
Wat als je bang bent om opnieuw gekwetst te worden?