Susan Smit brengt een een ode aan zusterschap: ‘Er is genoeg voor iedereen. Andermans mooie ogen, bestseller, doorbraak of fijne relatie gaat niet ten koste van jou. Dus geniet maar gewoon mee.’
Toegegeven, het is een tuttig woord: zusterschap. Het klinkt zijig en als iets van de jaren zeventig. Het heeft ook iets naïefs, alsof je niet snapt hoe de harde wereld in elkaar zit. Maar eigenlijk is het krachtiger en reëler dan wat dan ook. Want samenwerken is het nieuwe concurreren.
De mythe wil dat vrouwen elkaar maar moeilijk dingen gunnen. Dat we jaloersig op elkander zijn, loerend naar elkaars figuur, carrièrestappen en liefdesgeluk. Dat we met z’n allen in een krabbenmand liggen waarbij elke vrouw die de mand uit klimt (lees: iets dreigt te bereiken) door de rest terug in de mand wordt getrokken. Het tegendeel is volgens mij waar.
Wij kunnen heel goed gunnen. We pinken een traantje weg bij de prestaties van een vriendin die boven zichzelf uitstijgt en we juichen succesvolle vrouwen die we niet kennen toe, bewonderen ze, bewieroken ze, willen van hen leren. Een vrouw bekijken die haar ruimte inneemt en haar licht zonder enige terughoudendheid over de wereld schijnt, dat werkt bemoedigend en inspirerend.
Elkaar helpen, dat is juist onze kracht. En dan heb ik het niet over elkaar baantjes toeschuiven zodat de ander nog eens iets voor jou kan betekenen, zoals in een klassiek old boys network. Ik heb het over een vrouw die een andere vrouw die het moeilijk heeft een steuntje in de rug geeft omdat ze haar wil bijstaan of een andere gloriërende vrouw steunt omdat zij de wereld een stukje mooier maakt.
Zelf voel ik er niets voor om in competitie te gaan met wie dan ook. Ik mis het gen van rivaliteit. Ik hoop dat iedereen het maakt. Schoonheid, succes, geluk en liefde zijn immers geen taarten waar maar zoveel stukken uit gaan en als het op is, is het op. Er is een gulle, ongelimiteerde hoeveelheid voor iedereen. Andermans mooie ogen, bestseller, doorbraak of fijne relatie gaat niet ten koste van jou. Dus geniet maar gewoon mee.
Al die schoonheid, dat voorspoed, welslagen en geluk, draagt bij aan het grote geheel. Iedereen heeft een aandeel te leveren aan dat grote geheel, in lijn met wat bij hem of haar past. Alles wat je doet vanuit zusterschap (of broeder- en zusterschap, want mannen en vrouwen helpen elkaar minstens zo vaak) komt weer bij je terug – niet per se van die persoon zelf, maar onverwachts en vanuit een andere hoek, zodat het grote geheel kan gaan bloeien.
Concurreren is zó achterhaald, lieve zusters, samenwerken is wat ons sterk en blij maakt. Go, girls!
