Bij steeds meer mensen heeft een manifesteerdagboek of -planner een plekje in de maandelijkse of wekelijkse routine gekregen. Wie dat eenmaal gebruikt, wil niet meer zonder. Maar: waar begin je? Wat schrijf je erin? En wanneer?
Al sinds mensen kunnen schrijven, schrijven ze om hun hart te luchten, hun frustraties uit te spreken, hun dromen en verlangens. Ze doen dat in dagboeken, op losse velletjes, in schriftjes, in brieven en gedichten. Het zorgt voor helderheid in een chaotisch brein, helpt grote en kleine dingen van elkaar te onderscheiden. “Als je schrijft, ontdek je wat er in je leeft,” zei de dichter Rutger Kopland ooit in de documentaire ‘De taal van verlangen’. Door vrij te schrijven komen er woorden bij wat er rondzingt in je hoofd. Kopland schreef over gevoelens, verlangens, weemoed, heimwee, “Over alles wat me ontroert en wat me verbaast en waar ik vragen over heb.” Hij gebruikte poëzie als uitlaatklep van zijn innerlijk leven.
Van Gogh schreef ellenlange brieven vol overdenkingen aan zijn broer. Vele andere grootheden schreven in dagboeken. Schrijver en rockster Patti Smith schrijft in haar boek ‘Devotion’: “Waarom voelen we de drang om te schrijven? Om ons af te zonderen, ondanks de wensen van anderen? Virginia Woolf had haar kamer. Proust zijn luiken voor de ramen. Marguerite Duras haar gedempte huis. Dylan Thomas zijn bescheiden schuurtje. Allemaal op zoek naar een leegte om met woorden te doordrenken. De woorden die onontgonnen terrein zullen binnendringen.”
Meer grip
Schrijven dus, om die stem in jezelf op papier te zetten. Zeker nu we altijd maar ‘aan’ staan, en elke minuut van de dag nieuwe informatie tot ons nemen, zijn die momenten van rust en reflectie extra belangrijk. Een fijne plek in huis zoeken, kopje thee erbij en de telefoon op mute. Om stil te staan bij vragen als: wat wil ik, wat vind ik belangrijk, wat zijn mijn verlangens, mijn dromen? De tijd raast voorbij, voordat je het weet ben je weer een jaar verder en heb je niets gedaan van wat je eigenlijk van plan was. Misschien is daarom juist nu een manifestatieplanner in populariteit aan het winnen. Het meeste van wat we op een dag doen, doen we volledig onbewust, blijkt uit recent onderzoek. Gelukkig maar, want anders zouden we knettergek worden. Maar het nadeel is dat er ook gewoontes inslijten, die je niet helpen om te komen waar je wilt zijn. Een manifestatiedagboek kan je helpen die onbewuste beslissingen een klein beetje te sturen in de juiste richting. Je krijgt meer grip. In plaats van op te schrijven wat er al is gebeurd, kijk je in een manifestatie journal namelijk vooruit.
Online training Manifesteren
-
Laat je dromen en verlangens werkelijkheid worden
-
7 lessen over de basis van manifesteren
-
Alleen in maart: 10,- korting met code MANIFESTEREN10
Helderheid
Het toverwoord bij een manifestatie- dagboek is ‘scripting’: je verlangens en wensen opschrijven alsof ze al gaande zijn. Dus niet: ‘ik wil meer in het bos wandelen’, maar: ‘Ik loop door het bos, de takjes kraken onder mijn voeten, zonlicht schittert door het bladerdek. Ik voel me vredig.’ Door op deze manier te visualiseren wat je wilt, maak je het tastbaar. Je kunt het bijna ruiken, voelen en horen. Vervolgens is het makkelijker te bedenken wat je praktisch nodig hebt om dat te bereiken. Het is geen wondermiddel: als je nu geen geld hebt voor dat boerderijtje in Frankrijk, heb je dat ook niet na honderd keer visualiseren. Maar het geeft je wel duidelijkheid. En misschien het inzicht dat je geld opzij moet gaan zetten voor je droom in plaats van gedachteloos uitgeven. Als je een periode regelmatig in je journal of planner schrijft, begin je patronen te zien. Je ziet wat er steeds blijft terugkomen. Soms zie je na een tijdje ook dat je diepste wens helemaal niet dat boerderijtje in Frankrijk is, maar gewoon wat vaker een kopje koffie in de zon. Door op te schrijven wat er in je hoofd omgaat, neem je de tijd om te luisteren naar jezelf. En dat brengt altijd helderheid.
Stappenplan: manifesteren doe je zo
Stap 1:
Gebruik een planner die je zo mooi vindt, dat telkens als je hem pakt je hart een sprongetje maakt. Het klinkt simpel, maar het scheelt echt. Leg de planner in het zicht, met een fijne pen erbij. Ruim alle praktische blokkades uit de weg.
Stap 2:
Kies een vast tijdstip om te schrijven, eentje waarvan je weet dat je net wat rustiger bent. Bijvoorbeeld voor het slapen gaan. Ook vrijdagmiddag is aan te raden. Geen moment om nieuwe projecten op te starten, maar vaak wel een mooi moment om nieuwe plannen te verzinnen.
Stap 3:
Gebruik categorieën. Bijvoorbeeld jezelf, werk, relaties. Zo breek je je gedachten op in overzichtelijke stukjes. Maar ook helpt het je herinneren dat er in alle categorieën die je belangrijk vindt, iets moet komen te staan.
Stap 4:
Schrijf je dromen en wensen op alsof ze al plaatsvinden. Maak het zo levendig mogelijk. Dus niet: ik wil meer fietsen, maar: ik fiets door het park. Wat zie je, welke emoties en sensaties voel je, wat ruik je, waar ben je? Prikkel je fantasie met vragen en vraag dóór.
Stap 5:
Zet er drie praktisch stappen bij. Wat heb je nodig om je wens te bereiken? Maak het zo groot of klein als je zelf wilt. Niet alle manifestaties gaan over ‘het roer om’achtige zaken. Meer tijd om op de bank een boek te lezen, hoort net zo goed thuis in een manifestatie journal.
Tekst: Jocelyn de Kwant
Beeld: fotografie door Anne Timmer
Meer lezen over manifesteren?
Manifesteren als super power: 7 lessen van Gabrielle Bernstein.
