Het kán: altijd tijd genoeg hebben

Het kán: altijd tijd genoeg hebben Het kán: altijd tijd genoeg hebben Het kán: altijd tijd genoeg hebben

Wat is dat toch met tijd? Je hebt er áltijd te weinig van, hoeveel cursussen tijdmanagement je ook volgt. Maar dat eeuwige gevoel van tijdgebrek komt juist doordat we tijd willen controleren, zegt de Franse filosofe Christine Cayol, die in Beijing woont. Als we op een spirituele manier met tijd omgaan, wordt tijd een vriend. En ja, dat valt te leren!

We gebruiken allemaal dezelfde klok. En een week, een maand, een jaar duurt volgens de kalender overal op aarde even lang. Toch kreeg de Franse Christine Cayol, toen ze naar Beijing verhuisde en daar een cultureel centrum opzette, het gevoel dat ze in een compleet andere tijdzone terecht was gekomen. Aan een paar uur tijdverschil op de klok, pas je je in een paar dagen aan, maar het échte verschil zat in de manier waarop er met tijd werd omgegaan. De Chinezen hadden geen boodschap aan deadlines (die werden nooit gehaald), maar kwamen dan wel weer altijd een kwartier te vroeg op afspraken, maar de grootste verrassing was: ze hadden totaal geen probleem met de tijd.

‘Waarom de Chinezen de tijd mee hebben,’ heet het boek dat Christine Cayol schreef over dat fundamenteel andere idee van tijd waarmee ze in China in aanraking kwam. Ik interview haar erover via Skype tijdens haar vakantie in de Provence, en de eerste tijd-les is er meteen al: ze logt een half uur te laat in, waardoor ik me onder toenemende vertwijfeling af begin te vragen of het gesprek überhaupt wel door kan gaan, tot hoe laat het dan duurt, en of mevrouw Cayol dan wel tijd heeft om alle vragen op het lijstje te beantwoorden. Stress! Wat natuurlijk alles zegt over mijn opvatting van tijd. Namelijk als iets dat opraakt en waar een tekort van is.

Maar alle stress verdwijnt op het moment dat ze er is: energiek, opgeruimd, met volle aandacht. Of ze nog wel tijd heeft voor het gesprek? Natuurlijk, alle tijd!

‘Ik heb te weinig tijd!’ Die verzuchting kenmerkt geloof ik wel de manier waarop we hier met tijd omgaan.

“Ik heb twintig jaar als adviseur gewerkt in Frankrijk en mijn managers maakten zich altijd zorgen over of ze hun tijd wel goed indeelden en gebruikten. In het westen gebruiken we tijd als een bepaalde hoeveelheid, die je kunt verminderen of verlengen, het is een houding van controle. In China leerde ik dat je de tijd helemaal niet kunt controleren en beheersen. Als je dat accepteert, ga je heel anders tegen tijd aankijken.”

Meer ontspannen?

“Wat de Chinezen doen is eigenlijk dansen met de tijd, het heeft veel meer te maken met behendigheid en souplesse dan met controleren en plannen. In de Chinese filosofie is tijd niet iets dat los van ons staat. Je zou het eerder kunnen vergelijken met de voering van je jas: het omringt je, het is waarin je leeft.

Ik beschrijf het verschil zelf als ‘horizontale’ en ‘verticale’ tijd. De horizontale tijd, dat is de tijd van je horloge. Het is een rechte lijn, je kunt het meten en in stukjes verdelen. Het is een zakelijke benadering, het gaat om efficiëntie en productie. De verticale tijd, de tijd waarmee ik in China in aanraking kwam, zou je ook spirituele tijd kunnen noemen. Het is een tijd van verdieping. Van bezinning, nadenken, rust en voorbereiding. Je stopt met rennen, je kijkt niet meer op je horloge, je bent je niet bewust van het verstrijken van de tijd. Wij, nu, in dit gesprek, wij némen verticale tijd.”

Het grappige is dat ik bij China juist denk aan snelheid en hectiek.

”Het lijkt alsof China de westerse manier van omgaan met tijd kopieert, maar dat klopt niet. Natuurlijk zijn mensen in China ook de hele dag verbonden met hun smartphone, maar ze hebben ook nog steeds het vermogen die spirituele tijd te pakken. Ze hebben allebei: de spirituele én de strategische perceptie van tijd. De Chinezen weten het perfect: als je leeft vanuit het idee dat je genoeg tijd hebt, dan win je.”

In grote Europese bedrijven wordt veel gepraat over burn-out, bore-out en aandachtstoornissen, dat is echt een epidemie. Dat je je niet eens meer twintig minuten kunt concentreren, dat is een ziekte van deze tijd. Dat heeft mede te maken met hoe we met tijd omgaan. We krijgen met onze horizontale, ‘technische’ tijd veel voor elkaar, dat is het punt niet. Mij gaat het erom dat we die spirituele houding óók kunnen hebben.”

Die houding gaat soms wel lijnrecht tegen ons gevoel van efficiëntie in. Je beschrijft een vergadering voor een evenement waar u verheugd constateerde dat er al een compleet programma op tafel lag, waarna bleek dat er nog geen énkele afspraak was gemaakt.

(Ze schiet in de lach). “Dat was verschrikkelijk! Ik kan er nog steeds niet tegen, dat vage gedoe. Zo’n planning waarbij níets vastligt of helder is… tot het op een bepaald moment ineens wél zo is en alle stukjes op hun plaats vallen. In het westen houden we niet van die onzekerheid, we willen controle. Maar juist door alles te willen controleren, wordt tijd je vijand. Want alles verandert sowieso, in zo’n planning. Niet alleen doordat wij dat willen, maar ook gewoon uit zichzelf, bijvoorbeeld doordat sprekers afzeggen.

Planningen vastleggen, dat is de westerse manier van omgaan met tijd. Ik doe het zelf ook hoor, ik val mijn medewerkers in China nog steeds lastig met onnozele vragen als ‘Wanneer is het áf?’ Altijd de nadruk op ‘wanneer’. Waarom? Of het nu dinsdag af is of volgende week, dat verandert niets aan het doel dat we willen bereiken. Maar door een deadline te stellen, heb je het idee dat je controle hebt. Jíj besluit wanneer iets af moet zijn, en die datum zet je in je agenda.”


Eigenlijk willen we het gras op commando laten groeien, zoals je schrijft.

“Precies. Dat hele idee van deadlines is eigenlijk zo grappig. Dead. Hoezo dood? In China heb je niets aan deadlines, want die worden toch meestal niet gehaald. Chinezen kijken in de eerste plaats naar het proces. Dat is een totaal andere houding. Dan zeg je: laten we eerst elkaar eens leren kennen, en als een project van start is gegaan, laten we dan eerst eens rustig kijken hoe het gaat. Misschien is het een week later al klaar, misschien niet, dat maakt eigenlijk niet zoveel uit. De échte uitdaging zit erin dat je meegaat in de flow van het proces.”

Als niet alles vastligt, kun je beter improviseren. Is dat het verschil?

“Dat niet alleen. Het gaat er ook om dat je het grotere geheel ziet. Natuurlijk moet je ook wat organiseren en plannen, maar dat is eigenlijk maar een heel klein deel van het proces. Het grotere, veel betekenisvollere én efficiëntere deel van wat er gebeurt, is alles wat je niet kunt plannen, meten en voorspellen. Dat is bijvoorbeeld ook het contact tussen mensen. Dát komt in China op de eerste plaats en daar is altijd ruimte en tijd voor.

Een praktisch voorbeeld: als ik eind van de maand terug ben in Beijing, moet ik een paar belangrijke mensen spreken. Als ik die op maandag opbel en vraag ‘heb je morgenochtend tijd?’, dan vinden ze altijd een gaatje in hun agenda. In Frankrijk moet ik zoiets drie maanden van tevoren aanvragen. Want hier geldt: als je krap in je tijd zit, heb je het kennelijk heel druk, en dan ben je belangrijk. In China is het precies omgekeerd, daar ben je juist belangrijk als je veel tijd hebt.”

Je schrijft dat de Chinese opvatting van tijd ook te maken heeft met de Chinese bewegingskunst tai chi. Dat zijn langzame bewegingen die er moeiteloos uitzien.

“Die schijnbare moeiteloosheid is het gevolg van een hoop moeite. Ik zou eerder het woord ‘natuurlijk’ gebruiken. In tai chi gaat het om balans. Je adem, je energie, je evenwicht, je mindset, je soepelheid, dat gebruik je allemaal om één soepele beweging te maken, die harmonieert met je omgeving. Bij tai chi probeer je te dansen met het ritme van de natuur, daarom doe je tai chi altijd buiten, in de tuin of in een park. Tai chi is een manier om via je lichaam contact te maken met je omgeving.

Die dialoog met de wereld om je heen, dat is de kern, ook als het gaat om tijd. De grote vraag voor Chinezen, als ze iets plannen of als er een beslissing genomen moet worden, is altijd: ‘Is dit het goede moment?’ Dat is het tegengestelde van een deadline. Het stellen van die vraag, betekent dat je het moment waarop je iets plant, relateert aan iets groters. Aan mensen, de seizoenen, de kosmos.

Als je meer vrede wilt hebben met de tijd, moet je dat ook doen: je eigen tijd en je eigen schema verbinden met dingen die groter zijn dan jij. Het is geen benadering die alleen om jou en je agenda draait. Het is een kosmologische benadering.”

Als we willen leren dansen met de tijd, hoe pakken we dat aan?

“Begin met de eerste stap: vraag jezelf eerst af wat jouw relatie met tijd is. Zie je de tijd als een vijand, of als een vriend? En wanneer voel je dat zo, in welke situaties? Maak vervolgens meer ruimte voor spirituele tijd in je leven. Begin met je ochtendritueel: gooi ’s morgens je raam open en kijk naar de lucht, probeer de bewegingen van de wolken te volgen. Probeer iets moois, iets van betekenis te zien aan het begin van de dag, als je net wakker bent. Het lijkt zoiets kleins, maar je zult zien dat je besef van tijd verandert. Je krijgt meer spirituele tijd en als vanzelf verloopt je dag anders.”

Dit interview is ingekort en komt uit Happinez 07-2018.

Meer weten?

Over auteur
Huisfilosoof Anne Wesseling duikt elke twee weken haar boekenkast in en kijkt hoe de denkbeelden van grote meesters nog in te passen zijn in deze tijd.

Meer lezen over tijd?

Weg met de to-do-lijstjes: ga surfen op de tijd.

Volgend artikel
Maak kennis met de 9 aartsengelen
Maak kennis met de 9 aartsengelen